De stolp van Jeroen Theunissen handelt over een Big Brother-achtig realityprogramma. Het boek laat je bij momenten met hetzelfde voyeuristisch onbehagen en doffe leegheid achter als Big Brother zelf. Missie volbracht?
'Ik heb mezelf in het hoofd moeten prenten dat het geen satire mocht zijn'
'Ik vertel vooral graag verhalen', zegt Jeroen Theunissen, als we hem vragen of hij in de eerste plaats een romancier of een dichter is. 'Let wel, ik schrijf graag poëzie, ik hou van de speelsheid die je in zo'n miniatuurtje kunt stoppen. Daarmee vergeleken is een roman zwoegen, maar toch gaat er niets boven het bedenken van een goed verhaal.'
De stolp gaat over vijftien jongeren die bij wijze van pedagogisch media-experiment zes weken lang met camera's gevolgd worden in een gigantische, tja, stolp. Waarom, zo willen wij weten, schrijft uitgerekend een verhalenverteller een roman over een onderwerp waarin per definitie elk verhaal ontbreekt: reality-tv à la Big Brother?
'Het leek me destijds gewoon een goed idee, al was het maar omdat het nooit eerder is gedaan (lacht). Ik ben er in 2006 aan begonnen omdat het fenomeen reality-tv me boeide. Ik kijk nauwelijks tv, maar als ik een keer al zap…Lees verder
'Ik heb mezelf in het hoofd moeten prenten dat het geen satire mocht zijn'
'Ik vertel vooral graag verhalen', zegt Jeroen Theunissen, als we hem vragen of hij in de eerste plaats een romancier of een dichter is. 'Let wel, ik schrijf graag poëzie, ik hou van de speelsheid die je in zo'n miniatuurtje kunt stoppen. Daarmee vergeleken is een roman zwoegen, maar toch gaat er niets boven het bedenken van een goed verhaal.'
De stolp gaat over vijftien jongeren die bij wijze van pedagogisch media-experiment zes weken lang met camera's gevolgd worden in een gigantische, tja, stolp. Waarom, zo willen wij weten, schrijft uitgerekend een verhalenverteller een roman over een onderwerp waarin per definitie elk verhaal ontbreekt: reality-tv à la Big Brother?
'Het leek me destijds gewoon een goed idee, al was het maar omdat het nooit eerder is gedaan (lacht). Ik ben er in 2006 aan begonnen omdat het fenomeen reality-tv me boeide. Ik kijk nauwelijks tv, maar als ik een keer al zappend bij zo'n realityreeks terechtkwam, merkte ik dat ik er een zekere fascinatie voor ontwikkelde. Zo is het idee voor het boek gegroeid. Ik heb dan mijn schade ingehaald door enkele reeksen van Big Brother, Mercator en Expeditie Robinson te bekijken, en wat bij te lezen. Lord of the flies natuurlijk, omdat ik het over jongeren wilde hebben, maar ook sociaal-psychologisch onderzoek zoals het Stanford Prison Experiment, en Panopticon van Jeremy Bentham. Let wel: het was niet mijn bedoeling om een sociologisch traktaat te schrijven. Dat is het ook niet geworden, denk ik.'
Het punt blijft: hoe schrijf je een verhaal over een non-verhaal?
'Moeizaam, heb ik gemerkt (lacht). Ik heb er in 2006 enkele maanden aan gewerkt, en dan heb ik het terzijde gelegd. Vastgelopen, zeg maar. Het was ook een bizarre oefening: de personages moesten eendimensionaal zijn, er mag eigenlijk niets gebeuren, en toch moest de emotie van de pagina's spatten.'
Er gebeurt toch een en ander: het gevangenisexperiment, een zelfmoordpoging... Of mochten we dat niet verklappen?
'Er zitten wel enkele dramatische momenten in, maar die worden ook weer zo vlak als een polderlandschap door de opgeklopte emotie die eromheen hangt. Die zelfmoordpoging is overigens het punt in het boek waar ik in 2006 ben gestopt. Ik heb daar vorig jaar de draad weer opgepikt. Of beter: ik heb het tot daar helemaal herschreven en dan verder uitgewerkt.'
Waarom lukte het toen plotseling wel?
'Ik heb mezelf in het hoofd moeten prenten dat het geen satire mocht zijn. Dat zou al te makkelijk zijn. Ik ben bij de tweede poging begonnen met alle grappen te schrappen. Ik wilde de kunstmatige authenticiteit van het format overbrengen, maar als afstandelijk observator, zonder een standpunt in te nemen.'
Afstandelijk, dat is een woord dat wel vaker valt in recensies van uw proza. Niet altijd in positieve zin.
'Dat kan ik begrijpen, maar als ik in mijn jonge schrijverschap al iets gevonden heb dat neigt naar een eigen toon of stem, dan is het net die afstandelijkheid. Zeker voor dit boek was het een absolute noodzaak: net zoals de camera in Big Brother afstandelijk registreert.'
Maar ook regisseert en manipuleert.
'Klopt, en dat ik heb ook gedaan. Het boek is een bewust gemanipuleerde montage van korte scènes. Ik ben zelfs te werk gegaan zoals in een montagekamer: ik had twee keer zoveel materiaal, dat ik heb verknipt, tot de helft gereduceerd en aan elkaar geplakt.'
Er zitten vijftien personages in het boek - en onder de stolp - die een bijzonder heterogeen gezelschap vormen. Zijn ze gemodelleerd naar mensen uit je omgeving?
'Helemaal niet. Ik ben eigenlijk begonnen met vijftien profielen van de deelnemers op te stellen. Ik heb vijftien foto's van jongeren uit het tijdschrift Maks geknipt en daar namen en levens bij verzonnen. Het internet is daarbij een onuitputtelijke bron van inspiratie. Uit elk Facebookprofiel kun je omzeggens een romanpersonage puren. Enkele tics heb ik ook uit Big Brother zelf gehaald. Het irritante "Oh my god" van een van de deelneemsters komt van de winnares van 2006.'
Waarom hebt u voor de deelnemers eigenlijk jongeren gekozen, in plaats van de twintigers en dertigers die Big Brother bevolken?
'Dankzij hun leeftijd kon ik het Stolp-project inkleden als een pedagogisch mediaproject, wat het extra diepgang geeft - en door de mislukking ervan extra wrangheid. Maar ik denk dat ik vooral gefascineerd ben door hun hogere graad van spontaneïteit. Ik wilde ook focussen op de tragiek van de huidige generatie jongeren: hoe de overvloed aan informatie hun kennis uitvlakt, hoe ze geen grote idealen meer vinden om zich aan te binden en zich daardoor machteloos voelen.'
Bent u inmiddels al aan een nieuwe roman begonnen?
'Ik ben altijd met drie projecten tegelijk bezig, waarvan de levensvatbaarheid niet altijd is verzekerd (lacht). Momenteel zitten daar onder meer een zoet-treurig liefdesverhaal bij en een schelmenroman die de hele twintigste eeuw overspant. Dat laatste project is nogal ambitieus, maar ik heb er schik in. Als ik niet halverwege vastloop, tenminste.'
Dichter-romancier die niet bang is voor maatschappijkritiek.
Verberg tekst